donderdag 9 november 2017

drieluik

naamloos op verre zwarte vleugel
sprekend verwonderend, ademloos begrijpend
hechte schimmen onbestendig afwezig
vocht vlies vet slijm
mijn hart klopt in mijn halsslagader
gemêleerd meanderen
liplezende gebroken barnstenen vaas
parfum van het gedicht, verkrampte accolade
nee het heeft slechte aarde onder voeten
verdwijnt langzamerhand traditie
zwarte kroon onder stofjas
schouderbladen ritmisch ontveld
dossier, sluipgang,slijpsteen
kamer van kwasten kindertekeningen
voortgaand vooruitstrevend

trilling van frontlinie, treurwilgen
langs wanden tastend in duisternis
nesten egels rokend nat hout
laatdunkend, lankmoedig, gelaten
opgeschoten losgelaten jongen
op het platteland staan geen rotsen in de stad
ze hebben ingebroken in mijn hart
met benepen lippen en vochtige tanden
woekerend licht in blauwe maag
speren op barricaden
dansen in grotten
levend synonieme werveling

smeltende rivieren
ontstekingen ontsmetten
paarden drinken uit hoeden
aardappels op zolder sorteren
worden gesloten de grendels tot luiken
ik voorkom oorlogen
luister naar spinnenwebben
breng geel cement aan
drie sneeën blikkert sneeuw in haar wang
zwarte ruiten in lila lucht
zon schijnt, gouden rimpeling
fontanellen fonteinen forellen
bloeddoorstroming, stofwisseling, spijsvertering
schommelend om hetzelfde evenbeeld

joera

Geen opmerkingen:

Een reactie posten