Tegenwoordigheid van geest
een god versteent
dynamisch, statisch leven
goed verstand, scherp geheugen
bomen ademen pranayama
vangen schaduw van hart
dat kleine beetje licht in de grijze lucht
riet beweeg reiger staat
pottenbakken op Saturnus ring
onzichtbaar gezicht
stervende libellen
vroeg wijs, lang jong
beschaving van de schaterlach
intocht van Jezus in Jeruzalem
grote, milde, zielen
stille geest, heilige geest
zeepbel boven navel.
Joera
Net onder navel buikje van Boeddha
stap in graf landschap
gems, geit of ram
bevalling van aarde
achterblijft druppel bloed
in holen samen gevat sissende namen
in de ruimte kauwt God zoethout
gelukkige foto's, lachende gezichten
moeders met kinderen
tot de rode steen, het onzegbare
sabeltandtijger
eens was mijn huis een grote ruïne
bloedende rups, kalm en vergeten
doden en gewonden in het ijle licht
mijn man in Teheran
dorp met driehonderd mensen
drie dagen niet eten en drinken
waar luister je naar naar
vleugelslag van de libelle
het meer aan het woud
verbinden man en vrouw
ik verzet bergen
scherp ik gevangen schaduw
lotusbloem
ring tussen je vingers
Joera
Ver weg de wekker
wel sterren geen maan
zelfkennis van land
veren uit rug
scherppuntige grassen snijden hemel
neveneffecten,
jij was het niet
toch levensecht
scheppingsverhaal in het koepeldak
witte planeet als katje met blauwe ring
rotsstenen rollen langs pijnbomen
water stort loodrecht naar beneden
lakschermen in de wind
vervliegend, capitulerend, kapseizend,
tranendal van spin zonder web
vlieg op van het zwanenmeer
was het Bach, was het Beethoven
als haaien, hanengevechten
kennelijke bluf, luchthartigheid
vleugels in lispelende, fluisterende wereld
ongemerkt komen woorden
geruisloos uit zijn mond geslopen
Joera
Met deze staf stut ik de hemelen
en meet de onpeilbare diepten
op ons wachten de wateren
dorp van driehonderd mensen
waar blijft al dat geld via
de poort het raam uitgegooid
scheur van licht, zielenschok
waar zal de maan nu schijnen
donkergoud boven Uruguay
omgeving, klimaat, taal
verlichte sfinx
siervis zwemmend in tranen
uitgedroogde fontein
nu ben je dood
met fiberglas haar
gauwdief, brekende bruggen
met bloed doorlopen rode lopers
pas als de wereld breekt
bitter vlees, loos alarm
opvallend dat ik hem steeds weer tegenkom
net oorlog, donder in dal
sterft de kamer
schreeuwt de baby
lacht de duivel
Joera
