Herinnering
die specifieke geur van water op stof
helderziende lamp
tranen van wersten
verzegelde gewesten
wespennesten op de bloe-
dende bol van de glasblazer
integendeel kwam je er toen niet uit
als een nieuwe meeuw in je dij verstrengeld
vuur,ruimschoots,gelovig
als de ingang waardoor niemand
naar binnengaat klamp ik mij vast aan
wingerds van muren
moe van het huilen in het moeras
tranen regende het rivieren
als Gods toezicht op de wereld
straalde de eenzaamheid nagenoeg warmte
uit vallende kersen op treurende paarden
schreef je een brief aan een gestorvene
zo nauw als geen speld tussen te krijgen
wierp ze haar natte haren
op de zilveren kist op de rozen
voor de spiegel
littekens achter engelengelaten
in woorden van getallen
in getallen van woorden
strijken de lucifers tot ontbranding
joera